
Wijnfout

Invloed op kwaliteit

Herkennen

Oplossing

‘Kurk’ is geen schimmel of bacterie. Het is een chemische verbinding van bestanddelen in hout met chloor. Hout zien we natuurlijk veel terug in de opvoeding van bepaalde wijnen, denk aan de houtstof in kurkeik (de boom waar kurk van wordt gemaakt). Chloor vinden we (gelukkig steeds minder) terug in de bodem van kurkeikbossen en was vaak onderdeel van pesticiden. Deze chemische verbinding noemen we vanaf nu TCA.

Naast TCA bestaat er helaas ook TBA. Dat is een chemische verbinding van hout met broom. Broom wordt niet alleen gebruikt in pesticiden, maar ook in brandvertragers en schoonmaakmiddelen. Kortom, TBA kan dus overal in de wijnmakerij voorkomen en wens je de wijnmaker absoluut niet toe!

De wijnfout ‘kurk’ heeft niet met stukjes kurk in de wijn te maken! Maar de kurk die in de fles zit, is wel de overdrager van de nare geur die wijn niet te drinken maakt.

Een wijn met ‘kurk’ ruikt naar muffe kerkbanken, nat karton en vochtige aarde. De smaak is mat, droog en bitter.

‘Kurk’ ruiken we eerder in droge witte wijn, dan in krachtige rode wijn. Waarschijnlijk zorgen de tannine, het houtgebruik en de malolactische gisting (omzetten van scherpe appelzuren naar milde melkzuren) ervoor dat de TCA minder goed te ruiken is.

In de jaren ’80 en ’90 was ‘kurk’ een groot probleem, omdat de vraag en daarmee de productie enorm toenam. Daardoor werd de kwaliteitscontrole ook minder. Tegenwoordig maken de kurkfabrikanten gebruik van hightech processen, waardoor de kans op ‘kurk’ steeds kleiner is.

Wat doe je eraan? Helemaal niets! Sluit de fles meteen weer goed af (liefst met dezelfde kurk) en breng hem zo snel mogelijk weer terug naar de winkel of licht de sommelier in het restaurant in en vraag om een nieuwe fles.

Wacht niet te lang met retourneren, want anders is de wijn ondertussen geoxideerd en valt de kurkbesmetting niet meer aan te tonen!
